Lokale en creatieve oplossingen stimuleren voor doorstroming op de woningmarkt
Het woord ‘woningmarktcrisis’ stond op Prinsjesdag en tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen volop in de schijnwerpers. Wat kunnen we verwachten ten aanzien van maatschappelijk vastgoed en hoe kijkt het kabinet aan tegen de wooncrisis en voldoende variatie rondom woningen? René Lolkema (HEVO) laat zijn licht schijnen op lokale oplossingen voor de woningmarkt.
De woningmarktcrisis krijgt steeds meer aandacht en wordt steeds urgenter: tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen leek het alleen maar over de woningmarkt en het afschaffen van de verhuurdersheffing te gaan. Naast het adagium 'bouwen, bouwen, bouwen' kunnen fiscale maatregelen, woningen van de lopende band en inderdaad ook het afschaffen of verlagen van de verhuurdersheffing bijdragen aan het oplossen van deze crisis. Daarmee zijn we er echter nog niet. We moeten kijken naar waar de vraag echt ligt: het realiseren van voldoende variatie aan woningen. Dit brengt met zich mee dat doorstroming op de woningmarkt wordt gestimuleerd. Laten we kijken naar oplossingen die niet slechts bijdragen aan het realiseren van meer woningen, maar laten we kijken naar waar de vraag echt naar uit gaat rekening houdend met thema’s als vergrijzing, groei van het aantal eenpersoonshuishoudens en betaalbaarheid.
ALLEENWONENDEN
De komende jaren is er sprake van een toename van het aantal eenpersoonshuishoudens. Volgens het CBS zijn alleenwonenden relatief vaak twintigers, maar boven de zeventig is de kans om alleen te wonen het grootst. Een van de oorzaken van deze toename is de vergrijzing in Nederland. De komende jaren wordt een verdubbeling van het aantal 80-plussers verwacht. Deze groep heeft verschillende woonwensen waar zeker één rode lijn in te vinden is: mensen willen het liefst in hun eigen buurt, dorp of wijk blijven. Daarin lijkt een deel van een oplossing te liggen. Het aanbieden van meer variatie in woningen op lokaal en buurtniveau kan aan de aanbodzijde van de woningmarkt de vraag en daarmee de doorstroming stimuleren. In de cijfers wordt een kwantitatieve behoefte gesignaleerd, maar de daadwerkelijke behoefte is meer kwantitatief van aard en wordt ook beïnvloed door financiële beperkingen: betaalbaarheid is van groot belang.
OUDEREN VERHUIZEN NIET ZOMAAR
Het realiseren van ouderenwoningen is niet een oplossing die zomaar werkt. Belangrijk is in gesprek te gaan op lokaal niveau waar echt behoefte aan is. Indien de argumentatie is om ouderen uit hun te groot geworden woning te krijgen en deze te verruilen voor bijvoorbeeld een appartement, moet worden gekeken of de lokale ouderen hier nu echt willen gaan wonen. Recent onderzoek van economisch geograaf Petra de Jong laat dit ook zien. Zij onderzocht de verhuismobiliteit en woonvoorkeuren van ouderen in Nederland: ouderen verhuizen niet zomaar, uit haar onderzoek blijkt dat ouderen vaak erg gehecht zijn aan hun woning en de omgeving: mensen willen het liefst in de omgeving blijven wonen. Daarbij zijn de woonlasten laag, omdat het huis grotendeels is afbetaald of omdat ze al lang huren. De ene oudere is de andere niet, de woonbehoefte en voorkeuren zijn divers: juist door in gesprek te gaan op lokaal niveau met ouderen, kunnen op basis daarvan passende woonvormen worden gerealiseerd. Een alternatief moet aantrekkelijk en betaalbaar zijn.
SPLITSVERGUNNING
Naast het bijbouwen van geschikte woningen en huisvesting voor kwetsbare groepen kunnen andere creatieve oplossingen ook een nuttige bijdrage leveren aan het realiseren van een gevarieerder woningaanbod. Zo probeert de gemeente Bergen te stimuleren dat grote woningen worden gesplitst in kleinere woningen. Ze maakt daarom de splitsingsvergunning gratis. Er is veel vraag naar woningen, maar voor nieuwbouw is in het dorp weinig ruimte, aldus de gemeente. “Er staan hier veel zeer grote woningen, tegelijk is er een enorme vraag naar kleinere huizen”, zegt wethouder Valkering. “Bijbouwen is lastig, onder meer doordat een deel van de gemeente ‘bijzonder provinciaal landschap’ of Natura 2000-gebied is, waar bouwen niet kan.”
KLEINE INITIATIEVEN
Het lijken wellicht druppels op een gloeiende plaat. Op lokaal niveau is echter ook sprake van een verdubbeling van het aantal 80-plusers en ook op lokaal en buurtniveau verdubbelt het aantal mensen met een zware zorgindicatie. Hoewel kleine initiatieven wellicht maar een gedeeltelijke oplossing zijn, dragen ze wel bij aan de variatie aan woonvormen zodat er meer te kiezen is voor onder andere ouderen die wellicht willen doorstromen naar een volgende passende woning. Zoals eerder geschetst, deze groep wil bij voorkeur in de buurt blijven.
We zien verschillende voorbeelden van het combineren van woonvormen die veel beter aansluiten bij de wensen van ouderen en ook jonge eenpersoonshuishoudens: het combineren van deze groepen in voormalige verzorgingshuizen in Zwolle, of het samenwonen met je partner met dementie in Raamsdonkveer en een plek geven aan kwetsbare jongeren die zorg en ondersteuning nodig hebben gewoon in hun eigen wijk in Utrecht.
Laten we vooral lokaal kijken wat voor woonconcepten we kunnen maken. Wonen op de plek waar mensen graag willen wonen aangevuld met de diensten, services en indien nodig zorg zodat mensen mee kunnen doen in hun eigen wijk, buurt en dorp.
MEER WETEN?
Neem dan contact op met René Lolkema (HEVO), telefoon 073 6 409 409 - Mail René