Uitspraak raad van state tast mogelijk rechtsgeldigheid verhuurderheffing aan
Op 3 februari 2016 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de vraag of de belastingdienst de hoogte van het huishoudinkomen van huurders aan de verhuurder mag verstrekken ten behoeve van de jaarlijkse inkomensafhankelijke huurverhoging. De Raad van State heeft geoordeeld dat gegevens van individuele belastingplichtigen vallen onder de geheimhoudingsplicht en zonder instemming van de huurder niet gedeeld mogen worden met de verhuurder.
Uitspraak Raad van State tast mogelijk rechtsgeldigheid verhuurderheffing aan.
Publicatiedatum: 5 februari 2016
Op 3 februari 2016 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de vraag of de belastingdienst de hoogte van het huishoudinkomen van huurders aan de verhuurder mag verstrekken ten behoeve van de jaarlijkse inkomensafhankelijke huurverhoging. De Raad van State heeft geoordeeld dat gegevens van individuele belastingplichtigen vallen onder de geheimhoudingsplicht en zonder instemming van de huurder niet gedeeld mogen worden met de verhuurder.
Gevolgen voor verhuurders
Inkomensafhankelijke huurverhoging per 1 juli 2016
De uitspraak betekent dat zonder wetswijziging de inkomensafhankelijke huurverhogingen per 1 juli 2016 door verhuurders niet kunnen worden doorgevoerd. Verhuurders moeten de aanzegging van huurverhogingen uiterlijk vóór 1 mei 2016 kenbaar hebben gemaakt aan de huurder. Daarvoor dient de verhuurder te beschikken over de inkomensgegevens van de huurders. De Minister van Wonen heeft op 21 december 2015 in twee wetsvoorstellen opgenomen dat de Belastingdienst de verplichting krijgt inkomensverklaringen over de huurder aan de verhuurder te verstrekken.
De vraag is of één of beide wetsvoorstellen tijdig kracht van wet zullen krijgen en verhuurders in staat stellen om de aanzeggingen voor inkomensafhankelijke huurverhogingen nog vóór 1 mei 2016 kenbaar te maken.
Mogelijke terugvordering van huurverhogingen
De Woonbond onderzoekt momenteel of inkomensafhankelijke huurverhogingen over de jaren 2013 tot en met 2015, welke zijn gebaseerd op gegevens die zonder juridische grondslag zijn verstrekt, kunnen worden terug gevorderd.
Door vast te stellen welke bedragen aan inkomensafhankelijke huurverhogingen over de jaren 2013 tot en met 2015 zijn geïnd, zouden verhuurders daarvoor in de jaarrekening 2015 een voorziening kunnen opnemen.
Rechtsgeldigheid van de verhuurderheffing
Een belangrijke pijler waarop de verhuurderheffing is gebaseerd, is de mogelijkheid voor verhuurders om de inkomensafhankelijke huurverhoging aan huurders in rekening te kunnen brengen. Nu de juridische grondslag voor de inkomensafhankelijke huurverhoging lijkt te ontbreken, komt ook de rechtsgeldigheid van de verhuurderheffing in het geding.
Wij adviseren verhuurders in bezwaar te gaan tegen de aanslag verhuurderheffing 2016 alsmede bij ingediende bezwaarschriften over de jaren 2013 tot en met 2015 zo mogelijk de rechtsgronden van het bezwaar aan te vullen. Daarnaast onderzoeken wij de mogelijkheid om al betaalde verhuurderheffingen over de jaren 2013 tot en met 2015 via een civiele procedure terug te vorderen.
Ton van Balen (belastingadviseur) Remco Vissink (advocaat)
Tel: 020 – 540 8823 Tel: 020 – 540 8829
Email: tvanbalen@dudoklegal.nl Email: rvissink@dudoklegal.nl